Aggiungi una traduzione
Aggiungere un esempio
Aggiungere un esempio
Aggiungi una fraseologia
avere
[a-vé-re]
V
TR
AV
avere gli occhi azzurri blauwe ogen hebben
ha due figli ze heeft twee kinderen
ha gli occhi del padre hij heeft de ogen van zijn vader
ha la madre malata hij heeft een zieke moeder//haar moeder is ziek
ha solo poche ore di vita hij heeft nog maar kort te leven
ha trent'anni di servizio hij heeft dertig dienstjaren
ha un figlio medico hij heeft een zoon die arts is
ho due bottiglie di vino in frigo ik heb twee flessen wijn in de ijskast
ho le scarpe strette ik heb te kleine schoenen
ho vent'anni ik ben twintig (jaar)
la macchina non ce l'ho ik heb geen auto
non abbiamo lezione we hebben geen les
ho avuto un bambino ik heb een kind gekregen
Esempi
avere delle cattive notizie slecht nieuws hebben
avere gli occhi azzurri blauwe ogen hebben
ha due figli ze heeft twee kinderen
ha gli occhi del padre hij heeft de ogen van zijn vader
ha la madre malata hij heeft een zieke moeder//haar moeder is ziek
ha solo poche ore di vita hij heeft nog maar kort te leven
ha trent'anni di servizio hij heeft dertig dienstjaren
ha un figlio medico hij heeft een zoon die arts is
ho due bottiglie di vino in frigo ik heb twee flessen wijn in de ijskast
ho le scarpe strette ik heb te kleine schoenen
ho vent'anni ik ben twintig (jaar)
la macchina non ce l'ho ik heb geen auto
non abbiamo lezione we hebben geen les
Fraseologie
aver q.no vicino/accanto
[poter contare su q.no che è vicino, accanto]
iem. hebben die je [na staat]/[steunt]
avercela con q.no
[non sopportare, essere infastidito dalla presenza di q.no]
boos/kwaad zijn op iem.
averne abbastanza di q.no/q.sa
[non poterne più, non sopportare più, essere stufo di]
genoeg/tabak van iets/iem. hebben
cos'hai?
[cosa c'è, detto a chi sembra malato o lontano dal solito umore]
wat heb je?//wat is er [met je]/[aan de hand]?
non averci niente a che fare con q.no/q.sa
[non aver contatti, non essere coinvolto]
met iem./iets niets te maken hebben
non averci niente a che fare/vedere con q.no/q.sa
[non avere nessuna relazione, contatto]
met iem./iets niets [te maken]/[van doen] hebben
(CUL.)
non avere da mangiare
[essere senza cibo, non essere in grado di comprarselo o di procurarselo]
niet te eten hebben
Esempi
avremo un nuovo ospedale we krijgen een nieuw ziekenhuis
ho avuto un bambino ik heb een kind gekregen
Fraseologie
(ECON.)
avere q.sa a poco prezzo/per poco
[acquistare q.sa a poco prezzo/per poco]
iets voor weinig geld kopen
Fraseologie
Suggerimenti
Link veloce alle parole
Sapevi che se clicchi su qualsiasi parola del dizionario ottieni subito il lemma corrispondente?